Dat post bezorgen echt een vak is, begreep ik pas toen het mis ging.
Jarenlang had ik er geen omkijken naar. Klokslag drie viel de post in de bus. Zo simpel en zo vanzelfsprekend, dat ik zelfs wat lacherig reageerde toen iemand mij vertelde, dat postbodes ooit een heuse opleiding moesten volgen, alvorens ze het ‘recht’ verwierven, onze brievenbus aan te doen.
Toen de bezorg-frequentie verminderde, schreef ik dat toe aan het oprukkende internetverkeer. Maar geleidelijk aan moest ik toch constateren dat, naarmate er minder vaak post binnenkwam, ik ook steeds vaker vergeefs zat te wachten op niet-arriverende brieven. Zo daagde het besef dat dit euvel minder aan internet lag dan aan de (in 2009) geïntroduceerde privatisering. De PTT had plaats gemaakt voor PostNL, VSP, Sandd, TNT, RM, Alfa Groep NL en vele andere particuliere bedrijven.
Zo is het gekomen, dat niet alleen de regelmaat maar ook het tijdstip van bezorging inmiddels is vervaagd. Ook weet ik nooit meer, tot wie ik mij kan wenden als belangrijke poststukken uitblijven. Iedereen verwijst naar elkaar.
Resultaat: minder service, groter zootje
Resultaat: minder service, groter zootje. Want áls er tegenwoordig al iets in de bus valt, is dat veelal bestemd voor de buren of voor bewoners elders in de wijk. Aanvankelijk haastte ik mij om, vanuit fatsoens-overwegingen, de verkeerd bezorgde poststukken direct in de juiste bussen te doen. Maar dat werd een halve dagtaak! En dus beperk ik mijn vrijwillige nazorg-project tegenwoordig tot de vrije zaterdagmiddag, als ik toch nog boodschappen moet doen.
Balans opmaken
Vorige maand maakte ik de balans op van de voorafgaande weken. Wat had ik geheel niet ontvangen of, via goedbedoelende buren, veel te laat? Twee bekeuringen (waarvan de kosten in de wél bezorgde aanmaningen inmiddels fiks waren opgelopen); drie uitnodigingen voor leuke (maar dus gemiste) feestjes; een invitatie voor een sollicitatiegesprek (wég ideale baan) en o ja, de code voor mijn nieuwe bankpas. De bankpas zelf had ik, dankzij een alerte buurvrouw, gelukkig wel in mijn bezit. Verder ontving ik nu al twee weken lang letterlijk álle post van de buren.
Ineens was ik het zat.
Met een vette viltstift schreef ik in hanenpoten op: “ATTENTIE POSTBODE: ik ontvang dagelijks (!!!) de post voor mijn buren. En bijna wekelijks voor andere mensen uit de wijk. Ik WEIGER, alles nog langer te ‘her-bezorgen’, terwijl mijn eigen post vrijwel nooit aankomt. Doet u voortaan s.v.p. alle post in de JUISTE brievenbus? Zo niet, NEEM DAN LIEVER ONTSLAG!!!
Met grote stukken cellotape plakte ik de tekst op mijn voordeur. Even vreesde ik, dat mijn boodschap aan deze analfabeten niet besteed zou zijn. Maar ze lazen het wel degelijk! Het bewijs? Vanaf dat moment werd er helemáál geen post meer bij mij bezorgd.
Na een week besloot ik veiligheidshalve mijn pamflet weer weg te halen – de boodschap moest zijn doel immers niet voorbij schieten. Opnieuw volgden twee tergend lange weken, zonder dat ik ook maar een foldertje ontving. Zelfs de foute post ging aan mijn deur voorbij. Zo! Ze kónden het dus wel degelijk! Bewijs temeer was, dat mijn eigen post zelfs niet meer via de buren bij mij terecht kwam…
Tot gisterochtend. Terwijl ik koffie dronk hoorde ik plotseling iets op de mat ploffen. Ik snelde toe en ja hoor: een belastingaanslag voor de overburen! Bijna ging ik door de knieën, zó dankbaar voelde ik mij. Eindelijk hoorde ik er weer bij! Nog voor de koffie op was trok ik mijn jas aan, kou en wind trotserend, om mij te mogen kwijten van mijn oude taak: eervol en anoniem de buren redden.
Nu ikzelf nog.